Risico’s
Onderstaande bijwerkingen, nadelige effecten of ongemakken kunnen voorkomen bij de behandelingen.
Onderstaande bijwerkingen, nadelige effecten of ongemakken kunnen voorkomen bij de behandelingen.
Bij de behandeling met kniedistractie kunnen enkele bijwerkingen en mogelijke complicaties optreden. Het is belangrijk dat de deelnemer en behandelend arts deze gezamenlijk bespreken. Hieronder volgen de belangrijkste bijwerkingen.
De pennen die in het bot worden geplaatst om het distractieframe vast te maken, kunnen leiden tot roodheid en zwelling van de huid rondom de pennen. Dit kan pijnlijk zijn, maar het is goed te behandelen met antibiotica.
Tijdens de kniedistractie kan de knie gedurende 6 weken niet bewegen, dit kan leiden tot stijfheid van het gewricht. In overleg met de orthopedisch chirurg kan eventueel fysiotherapie worden gestart om de beweeglijkheid te herstellen.
Hoewel zeldzaam, bestaat er een risico op bloedstolsels (trombose) in de benen of longen (longembolie). Het is belangrijk om alert te zijn op symptomen zoals zwelling, pijn of kortademigheid en deze onmiddellijk te melden aan de behandelend arts. De arts zal adviseren over preventieve maatregelen.
Tijdens de procedure kunnen bloedvaten en zenuwen in de buurt van het kniegewricht worden beïnvloed.
Na de behandeling kan er een ontstekingsreactie in het kniegewricht optreden. Dit kan gepaard gaan met zwelling, pijn en warmte in het gewricht.
Het is essentieel dat een deelnemer de behandelend arts op de hoogte stelt van eventuele ongewone symptomen of bijwerkingen na de behandeling.
Meer informatie over de kniedistractie behandeling wordt verstrekt via de behandelend arts.
Behandeling met knieprothese kan de volgende bijwerkingen en complicaties hebben.
Na de operatie kan er sprake zijn van bloeding rondom de wond. Dit kan leiden tot zwelling en ongemak.
Hoewel zeldzaam, bestaat er een risico op infectie na de operatie. Symptomen kunnen zijn roodheid, zwelling, pijn en koorts. Vroege detectie en behandeling zijn essentieel om ernstige complicaties te voorkomen.
Littekenvorming rondom de prothese kan leiden tot stijfheid en beperkte kniebuiging. Dit kan het buigen van de knie bemoeilijken en pijn veroorzaken. In overleg met uw orthopedisch chirurg kan eventueel fysiotherapie worden gestart om de beweeglijkheid te herstellen.
Het kan gebeuren dat de knieprothese loskomt. Mogelijke oorzaken hiervan zijn bijvoorbeeld overmatige belasting, slijtage, infectie van het gewicht, botbreuk of instabiliteit van de prothese.
Door de prothese kan knielen moeilijker zijn dan voorheen. Het is belangrijk om voorzichtig te zijn en uw knie niet te overbelasten.
Net als bij andere operaties bestaat er een risico op bloedstolsels (trombose) in de benen of longen (longembolie). Het is belangrijk om alert te zijn op symptomen zoals zwelling, pijn of kortademigheid en deze onmiddellijk te melden aan uw arts. Uw arts zal u adviseren over preventieve maatregelen.
Tijdens de procedure kunnen bloedvaten en zenuwen in de buurt van het kniegewricht worden beïnvloed.
Het is essentieel dat een deelnemer de behandelend arts op de hoogte stelt van eventuele ongewone symptomen of bijwerkingen na de behandeling.
Meer informatie over de knieprothesebehandeling wordt verstrekt via de behandelend arts.
Bij beide behandelingen is er een kleine kans dat de behandeling niet het gewenste effect geeft en de pijn onvoldoende is verminderd. Daarnaast is er een heel kleine kans op ernstige complicaties als gevolg van elke chirurgische behandeling. In beide gevallen wordt de deelnemer behandeld volgens standaard zorg.